woensdag 10 oktober 2012

Ridderliteratuur


Ridderliteratuur

De ridderliteratuur had 2 functies namelijk,  voorbeeld en vermaak. Er zijn ook 4 verschillende onderwerpen in de ridderliteratuur namelijk:
1.moed
2.trouw
3.liefde.
4.ridders.
Er zijn 2 soorten ridderromans: de Artur- en de Karelromans. Kenmerken van een Arturroman zijn individuele avonturen, toernooien en tweegevechten, en de hoofse liefde. Kenmerken van een karelroman zijn: oorlog en massa-gevechten, vaak tussen Christenen en Moslims.
De verschillen tussen de Karelromans en de Arturromans is dat er bij een Karelroman veel meer geweld in voorkomt en bij Arturromans veel meer liefde.


Karelromans

De reden dat Karel in dit verhaal uit stelen gaat is omdat hij door een engel wordt gevraagd te gaan stelen, hij doet dat met tegenzin. Ik vind het raar, want engelen bestaan niet.
Het grote verschil kan je nu goed zien, want in dit verhaal gaat hij meteen het slechte pad op om te gaan stelen. En hij moet in dit verhaal ook meteen gaan vechten tegen andere ridders.
Er zijn nog 3 andere Karelromans die ik ken: -Renout van Montalbaen.
                                                                         -Lorreinen.
                                                                         -Sebilla te interesseren.
Roellant is één van de ridders in Roelantslied die Karel de Grote dient. Maar zijn zwager is ook een ridder, maar die verraad Karel de Grote.
De drie elementen van een Karel roman van het roelantslied zijn:
  1. Karel speelt de hoofdrol.
  2. Er wordt veel gevochten.
  3. Het is een Frankisch boek.

 
 Ik vind deze Fokke en Sukke best wel grappig alleen ook erg flauw. Want een Maliënkolder is een soort van harnas of schild voor je bovenlichaam. Er zitten op deze maliënkolder bloedvlekken die je er natuurlijk niet af kan wassen en je stopt een maliënkolder niet in een wasmachine. Die hadden ze in die tijd niet eens. De maliënkolder is een beschermend vest (kolder) dat door soldaten werd gedragen als pantser. Deze gevechtskleding is ergens in het 1e millennium v.Chr.uitgevonden, maar waar en wanneer is niet bekend. De maliënkolder gaf niet veel bescherming tegen wapens, om zich toch goed te kunnen beschermen droegen de ridders er nog iets onder zodat ze toch niet gewond konden raken.

Arturromans.

Ferguut is een boer die besluit om ridder te worden in het hof van Artur. Omdat hij een keer een groep ridders zag lopen.
De uitvinder van de Arturromans is Chrétien de Troyes. Hij schreef tussen 1170 en 1190 vijf berijmde ridderverhalen in de Franse taal.
Je kon niet zomaar ridder worden, of je kwam van adellijke afkomst of je moest een opleiding volgen van tien jaar. Adellijke afkomst was het belangrijkst. Er waren over ridder Artur verschillende films gemaakt, hier zijn er 4:
§  Merlin (2008)
§  Camelot (2010)
§  Het Huis Anubis en de Vijf van het Magische Zwaard (2010)
§  Avalon High (2010)
Er zijn een paar ridders die een grote rol spelen in Arturromans hier zijn er 4:
  1. Lancelot
  2. Walewein
  3. Galaad
  4. Koning Artur zelf.

In de Arturromans gaat het ook om een heilige graal. Deze ‘heilige graal’ is een schotel die licht uitstraalt. In de romans van Chrétien is de graal dus een schotel die licht uitstraalt. In andere middeleeuwse verhalen is het de schotel die door Christus bij het Laatste Avondmaal werd gebruikt. In een andere roman ving Jozef van Arimathea in de Graal het bloed op uit Christus’ zijde toen men hem aan het kruis met een speer stak. Deze Jozef zou de Graal naar Engeland hebben gebracht, waar hij wonderlijke mysteries veroorzaakte.
Je hebt adel maar ook hoofsheid, kenmerken van hoofsheid zijn:
1.      Hoge waardering van de vrouw.
2.      Moedig
3.      Sterk
4.      Slim
5.      Liefde

Ferguut is geen hoofse ridder. Hij begrijp de hoofse conversatie, die bol staat van figuurlijk taalgebruik, niet. Hij weet ook niet wat hoofse liefde is omdat hij Galiene afwijst en liever gaat vechten. Het was ongepast als ridder een dame een dienst te weigeren.

Als ik mezelf zou gaan gedragen als een hoofse ridder op school dan zou mijn gedrag wel veranderen. Ik zou netter doen en goed opletten hoe iedereen zich gedraagt. En ik zou de leerlingen ook helpen. Ik zou ook met alle leerlingen ook over alles kunnen praten, privé tot school.

Ik heb een stukje tekst uit een tekst gehaald.

Als ons sente Jeronimus leert,
So esser erehande volc gevonden
Gehovet gelijc den honden,
Met crommen clauwen ende met langhen,
Ende met beesten vellen behanghen,
Ende voer haer spreken bassen.
Ander volc es daer gewassen:
So clene monde hebben die liede,
Dat si met enen clenen riede
Insuken moeten daer si bi leven.
Ander volc es daer neven,
Die mensche eten, als wijt horen.

Zoals de heilige Jeronimus ons leert, 
bestaat er een bepaald volk 
dat een hoofd heeft als een hond; 
ze hebben lange, kromme klauwen 
en dragen dierenvellen. 
In plaats van te spreken blaffen ze.
Er leeft een ander volk: 
die mensen hebben zulke kleine monden 
dat ze alles waarvan ze leven 
door een rietje naar binnen moeten zuigen. 
Daar in de buurt woont nog een volk, 
dat mensen eet, naar wij vernomen hebben. 



Ik heb dit stukje tekst genomen omdat er nu nog steeds mensen bestaan die anders zijn dan ons anders dingen doen een andere cultuur hebben. In dit stukje is het natuurlijk heel raar beschreven maar ik vind het nog best wel mooi hoe het is beschreven. Vandaar dit stukje.

Dit was mijn ridderliteratuur opdracht ik hoop dat jullie met plezier hebben gelezen!